Willibrord
En het begin van Nederland
Marieke van Vlierden
Clavis Stichting Publikaties Middeleeuwse Kunst
& Museum Catharijneconvent, 1995
Dit boek is de catalogus bij de tentoonstelling 'Willibrord en het begin van Nederland', zonder twijfel
de belangrijkste manifestatie van het 'Willibrordjaar' 1995.
Hoewel de Nederlandse Staat een produkt is van de herinrichting van Europa na de val van Napoleon,
begonnen de omtrekken van dit gebied, als bestuurlijke eenheid, zich al meer dan duizend jaar tevoren
af te tekenen.
Als de bisschop van Keulen zich meer had ingespannen om de Friezen in en rond Utrecht tot het Christendom
te bekeren, was er misschien nooit sprake geweest van een Nederlandse staat. De afgrenzing naar het oosten,
die het gevolg was van de missionering door de Angelsaksische monnik Willibrord, was de basis voor het ontstaan
van een eigen cultuur in de latere Noordelijke Nederlanden.
Het begin was veelbewogen: heersers, religies, talen en gewoonten streden om te overleven.
In Utrecht, de 'hoofdstad' van het Friese koninkrijk, werd de kerstening onder bescherming van de
Frankische staatsmacht hervat. De opvattingen en gewoontes van de monniken uit Engeland botsten met
die van de bisschoppen en hun geestelijken, die de oude, door de Romeinen gestichte bisdommen in de
omgeving bestuurden.
Deze confrontatie van culturen, heerschappijen en ideeën, die tot de troonbestijging van Karel de Grote
in volle hevigheid zou voortwoeden, wordt weerspiegeld door de grote variëteit van voorwerpen die op
de tentoonstelling zijn samengebracht.
Deze catalogus is, evenals de tentoonstelling, zowel thematisch als chronologisch van opzet. Eerst komen de
verschillende 'stammen' met hun eigen cultuur aan de orde, dan de kerstening, en vervolgens de bloei en
de consolidatie van de 'kerkelijke staat', die het bisdom Utrecht eeuwenlang op het grondgebied van de latere
Noordelijke Nederlanden heeft gevormd. Toen kerk en staat nog niet gescheiden waren, hadden een koning
en een missionaris gelijke belangen. En dat belang resulteerde in een gekerstend territorium dat het
'Begin van Nederland' genoemd zou kunnen worden.
(Bovenstaande tekst komt van de achterkant van het boek)