Archeologie van Friesland

Jurjen M. Bos

229 Blz., ISBN 90 5345 064 5     
Uitgeverij Matrijs, 1995     


Als een der eersten heeft de Romeinse geschiedschrijver Tacitus melding gemaakt van de Friezen. Sinds de nederlaag die zij de Romeinen in 28 na Christus toebrachten, ´schittert hun naam aan het firmament der Germanen´, zo constateert hij. En ook nadien hebben antieke en middeleeuwse kroniekschrijvers het Friese volk met achting genoemd.
Over de vraag wie de Friezen dan wel waren, waar ze vandaan kwamen en hoe ze hebben geleefd, bestaat voor de periode tot 1300 echter onthutsend veel onduidelijkheid. Mythen over Friese koningen, rendierjagers, handelaren en kolonisten zijn er genoeg. Maar wie zich in alle nuchterheid afvraagt wat daarvan waar is, stuit op tal van problemen.
In dit breed opgezette boek probeert Juijen Bos waarheid van verdichting te scheiden, op basis van, oude en nieuwe archeologische vondsten én gezond verstand. Hij slaagt er op die manier in een overtuigend beeld te schetsen van het oudste Friese verleden - van de steentijd, toen de eerste mensen Friese bodem betraden, tot de moderne tijd, wanneer het beeld dankzij schriftelijke bronnen een stuk helderder wordt.

Dr. Jurjen Bos is provinciaal archeoloog van Friesland, werkzaam bij de vakgroep archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen en een van de leiders van het terpenonderzoek bij Wijnaldum.


(Bovenstaande tekst komt van de achterkant van het boek)     



Terug naar de vorige pagina